Struinen in de zomer

Struinen in de zomer

De zomer kenmerkt zich door een weelderige plantengroei, uitbundig bloeiende planten en een mooi en gevarieerd palet aan kleuren.

De weide is een zee aan violetkleurige akkerdistels en gele paarden- en boterbloemen, maar ook komen we wilde cichorei, rode en witte klaver, boerenwormkruid tegen.

Het mooie weer nodigt uit om lekker aan het water bezig te zijn. We gaan waterdiertjes scheppen. In het water, tussen de water- en oeverplanten vinden we flink wat waterdiertjes zoals watermijt, bloedzuiger, vlokreeftje, waterpissebed, ruggezwemmertje of bootsmannetje, muggenlarve, schaatsenrijder, vijverloper en schrijvertjes.

Maar ook scheppen we een paar visjes, waaronder het driedoornig stekelbaarsje, de grondel en het bermpje.

Langs de beek en in de wei groeien de planten uitbundig (afbeeldingen 1 en 2). De kattenstaart, moerasvergeetmenietje, blaartrekkende en egelboterbloem, perzikkruid, waterpeper, munt, kleefkruid, akkerwinde, Canadese guldenroede, harig wilgenroosje, grote teunisbloem, moerasrolklaver, groot springzaad, springbalsemien en nog veel meer soorten.

Brandnetels staan volop in bloei, mannelijke en vrouwelijke exemplaren staan tegenover en naast elkaar. Brandnetels zijn tweehuizig, dat wil zeggen dat mannelijke en vrouwelijke bloemen niet op dezelfde plant voorkomen. De brandnetel is de waardplant voor de kleine vos en atalanta.

De zomer is het ideale seizoen om op insectenjacht te gaan. Deze dierengroep is zo groot, dat we een keuze moeten maken waarop we ons richten. We concentreren ons op libellen en vlinders, de op het eerste oog opvallendste insecten zijn. Ze zijn door hun opvallende kleuren en vliegwijze in ieder geval gemakkelijk te herkennen.

Vlinders kennen een volledige gedaanteverwisseling. Er zijn vier stadia. Het eerste stadium is het ei; daaruit kruipt de larve (rups) die na een tijdje verandert in een pop. Uit de pop komt ten slotte de volwassen vlinder. Die plant zich voort, waarna de cyclus opnieuw begint. Vlinders hebben vrijwel alle dezelfde lichaamsbouw maar kennen een grote variatie in de vorm en grootte van de vleugels, ook de vleugelkleuren en -patronen verschillen vaak per soort. De rupsen kennen eveneens een enorme diversiteit aan vormen en zijn vaak goed van elkaar te onderscheiden. We zien een aantal bekende vlindersoorten, zoals de gehakkelde aurelia, groot koolwitje, geaderd koolwitje, oranjetipje en bont zandoogje.

Libellen zijn vaak bij water te vinden omdat hun larven daarop zijn aangewezen. Er zijn verschillende soorten libellen: de echte libellen en juffers zijn de meest bekende

De ontwikkeling van een libelle of juffer verloopt vanaf eitje (in het water) via larve (nymfe, die al vanaf het begin op het volwassen dier lijkt, al zijn de ogen kleiner, is het lijf korter en ontbreken vleugels). tot volwassen insect met vleugels (imago). Libellen ondergaan via negen tot zestien vervellingen een onvolledige gedaante-verwisseling. We zien vlakbij de beek een breedscheenjuffer (afbeelding 4), een lantaarntje (afbeelding 7) en een azuurjuffer (afbeelding 6).

Volwassen echte libellen (imago’s) zijn vrij gemakkelijk aan de hand van de volgende kenmerken van andere insecten te onderscheiden:twee paar vleugels, die stevig, rijk geaderd en niet opvouwbaar zijn. Kleine antennes, die nauwelijks opvallen. Een lang en meestal slank achterlijf. Grote facetogen op een beweeglijke kop. Het borststuk is schuin gericht. De poten zijn naar voren geplaatst.

Juffers zijn van de echte libellen te onderscheiden door een aantal kenmerken: ze zijn over het algemeen lichter gebouwd; de ogen zijn relatief klein en staan ver uit elkaar; in rust vouwt een juffer de vleugels achter de rug, terwijl een echte libel ze spreidt.

We ontdekken een heidelibel, die net uit zijn velletje is ontsnapt (afbeelding 7). Nadat de vleugels zijn opgepompt, klappen ze ineens open (afbeelding 8). Pas nadat de vleugels gedroogd zijn, vliegt de libel weg.

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 3

Afbeelding 4

Afbeelding 5

Afbeelding 6

Afbeelding 7

Afbeelding 8

In en om de mooie plaats Leunen, één van de 13 dorpen in de gemeente Venray. Leunen “een mooi stil plaats aan het water”. Dat is de betekenis die deskundigen geven aan de naam “Loenen” , wat later “Luenen” is geworden en wat nu “Leunen”. Het water is in de loop der eeuwen voor een groot gedeelte weggestroomd. De mooi stille plaats en de Leunse Paes zijn gebleven.

In en om de mooie plaats Leunen, één van de 13 dorpen in de gemeente Venray. Leunen “een mooi stil plaats aan het water”. Dat is de betekenis die deskundigen geven aan de naam “Loenen” , wat later “Luenen” is geworden en wat nu “Leunen”. Het water is in de loop der eeuwen voor een groot gedeelte weggestroomd. De mooi stille plaats en de Leunse Paes zijn gebleven.